AB | En zei de koning tot zijn dienaren: Weten jullie niet dat een grote leider gevallen is op deze dag in Israël? |
SV | Voorts zeide de koning tot zijn knechten: Weet gij niet, dat te dezen dage een vorst, ja, een grote in Israël gevallen is? |
WLC | וַיֹּ֥אמֶר הַמֶּ֖לֶךְ אֶל־עֲבָדָ֑יו הֲלֹ֣וא תֵדְע֔וּ כִּי־שַׂ֣ר וְגָדֹ֗ול נָפַ֛ל הַיֹּ֥ום הַזֶּ֖ה בְּיִשְׂרָאֵֽל׃ |
Trans. | wayyō’mer hammeleḵə ’el-‘ăḇāḏāyw hălwō’ ṯēḏə‘û kî-śar wəḡāḏwōl nāfal hayywōm hazzeh bəyiśərā’ēl: |
Voorts zeide de koning tot zijn knechten: Weet gij niet, dat te dezen dage een vorst, ja, een grote in Israël gevallen is?
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Voorts zeide de koning tot zijn knechten: Weet gij niet, dat te dezen dage een vorst, ja, een grote in Israël gevallen is?
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!